
Wanneer voorgaande onderzoeken onvoldoende informatie opleveren om een goede diagnose te stellen kan een röntgengeleide (stereotactische) biopsie noodzakelijk zijn. Dit wordt gedaan wanneer de afwijking niet zichtbaar is via echo. Bij een biopsie wordt met behulp van röntgenbeelden (mammografie) eerst de precieze plaats van de afwijking bepaald. Daarna verwijdert de radioloog stukjes borstweefsel met een biopsienaald. De patholoog onderzoekt en beoordeelt het verwijderde weefsel. Deze zogenaamde stereotactische naaldbiopsie vindt plaats op de afdeling radiologie. Klik hier voor de (PDF) folder stereotactische punctie