Verpleegkundigen lopen in de gang

Een bekkenfysiotherapeut richt zich op het voorkomen en behandelen van klachten in lage rug-, buik-, bekken- en bekkenbodemgebied. De klachten kunnen belemmerend zijn voor het dagelijks functioneren. De spieren van lage rug, buik en bekken spelen een rol bij houding en beweging. Daarnaast heeft de bekkenbodem een belangrijke taak bij plassen, vrijen en ontlasten. 

Klachten

Hieronder ziet u een opsomming van klachten waarmee u terecht kunt bij de bekkenfysiotherapeut.

  • Ongewild urineverlies, ontlasting en windjes.
  • Niet te onderdrukken aandrang om te plassen en te ontlasten.
  • Moeizaam kwijt kunnen van de urine en de ontlasting.
  • Zwaar, drukkend gevoel in de onderbuik en balgevoel in vagina of anus (verzakking van blaas, baarmoeder en/of darmen).
  • Pijn in de onderbuik, rond de anus of de geslachtsdelen.
  • Blaaspijnsyndroom, interstitiële cystitis genoemd.
  • Stuitpijnklachten.
  • Seksuele problematiek, die voortkomt uit functiestoornissen van de bekkenbodem.
  • Bekkenpijn en lage rugklachten in de periode rond de zwangerschap en de bevalling.
  • Bekkenpijn en lage rugklachten door andere oorzaken dan zwangerschap en bevalling.
  • Preventie van bekkenpijn en bekkenbodemklachten bij gezonde zwangere vrouwen.

Daarnaast kunt u bij de bekkenfysiotherapeut terecht voor en na operaties in buik en bekkengebied, begeleiding tijdens zwangerschap en bevalling en voor preventie van bekkenpijn en bekkenbodemklachten bij gezonde zwangere vrouwen.

Stappenplan bekkenfysiotherapie

Een overzichtelijke weergave van de stappen die u doorloopt bij bekkenfysiotherapie.

  • 1.

    Intake

    Tijdens uw eerste afspraak krijgt u een uitgebreid vraaggesprek met de bekkenfysiotherapeut. 

    Uw klachten worden tijdens het vraaggesprek in kaart gebracht. De therapeut vraagt onder andere of er problemen zijn tijdens het bewegen, vraagt hoe het met het plassen en ontlasten gaat en of er problemen zijn op het gebied van de seksualiteit. Problemen in het bekkengebied zijn namelijk niet los te zien van de rest van het lichaam. 

  • 2.

    Onderzoek

    Tijdens de tweede afspraak onderzoekt de bekkenfysiotherapeut u. 

    Na het onderzoek wordt een behandelplan opgesteld. Tijdens het onderzoek kijkt de bekkenfysiotherapeut naar uw houding, spierspanning en ademhaling. Een onderzoek naar de functie van de bekkenbodemspieren kan een onderdeel van de behandeling zijn. De therapeut kijkt of uw klachten mogelijk samenhangen met het niet goed functioneren van deze spieren. Een bekkenfysiotherapeut voert een uitwendig onderzoek uit, maar kan daarnaast nog kiezen voor een inwendig onderzoek. De therapeut overlegt dit altijd met u.

  • 3.

    Inwendig onderzoek (optioneel)

    Bij een inwendig onderzoek voelt de therapeut via de vagina en/of anus naar de functie van de bekkenbodem. Een inwendig onderzoek is niet altijd noodzakelijk.

    Tijdens een inwendig onderzoek kan de bekkenfysiotherapeut de hele spierlaag van de bekkenbodem beoordelen. Het onderzoek van de bekkenbodemspieren maakt duidelijk of uw spieren te slap of te gespannen zijn. U wordt gevraagd om de bekkenbodem aan te spannen en te ontspannen. Ook is te voelen of u deze spieren snel kunt aanspannen en weer snel ontspannen. De bekkenfysiotherapeut onderzoekt daarnaast wat de bekkenbodem doet tijdens persen en hoesten.

    Inwendig onderzoek pijnlijk?

    Het inwendig onderzoek doet in principe geen pijn. Wanneer u toch pijn voelt of u vindt het onderzoek vervelend, kunt u dit aangeven. Het onderzoek kan ieder moment gestopt worden. In het geval van pijnklachten kan het onderzoek soms nodig zijn om te bepalen waar de pijn zit. 

    Geen inwendig onderzoek

    De bekkenfysiotherapeut voert geen inwendig onderzoek uit bij zwangerschap en wanneer er sprake is van bloed in het te behandelen gebied. Denk bijvoorbeeld aan menstruatie, bloedende aambeien of wondjes.

    Aanvullende onderzoeken

    Aanvullende onderzoeken kunnen wenselijk zijn. De bekkenfysiotherapeut bespreekt dit met u.

  • 4.

    Aanvullende onderzoeken (optioneel)

    Zijn aanvullende onderzoeken gewenst? De bekkenfysiotherapeut kan kiezen voor een myofeedback onderzoek of een rectaal ballononderzoek.

    Myofeedbackonderzoek

    Een myofeedbackonderzoek wordt ook wel biofeedbackonderzoek genoemd. De spierfunctie wordt gemeten met apparatuur. Bij dit onderzoek wordt gebruikgemaakt van een probe. Een probe is een sensor die signalen uit de bekkenbodemspieren opvangt en zo de activiteit van uw spieren meet. Via een beeldscherm krijgt u informatie over activiteiten van de bekkenbodemspieren.

    Rectaal ballononderzoek

    De rectale ballon wordt gebruikt voor onderzoek bij ontlastingsproblemen. Onderzoek met de rectale ballon geeft de bekkenfysiotherapeut informatie over de gevoeligheid en het gedrag van de endeldarm en de reactie van de bekkenbodemspieren. 

  • 5.

    Behandelplan

    De bekkentherapeut doet u een voorstel voor een behandelplan.

    Na de intake en de onderzoeken bespreekt de bekkenfysiotherapeut de resultaten met u. De bekkenfysiotherapeut doet u een voorstel voor een behandelplan. In het behandelplan worden de volgende punten besproken:

    • De behandeling welke passend is voor u en uw klacht.
    • Een inschatting over het aantal benodigde behandelingen.
    • Regelmatig overleg over de voortgang van de therapie.

    Bent u het eens met het behandelplan? Dan kan de behandeling beginnen. Via een brief wordt de verwijzend arts op de hoogte gebracht van het resultaat van de behandeling.

  • 6.

    Behandeling

    De behandeling kan bestaan uit diverse aspecten. 

    De behandeling bestaat uit een combinatie van:

    • Uitleg over uw klacht, de ligging en de functie van de bekkenbodem en organen.
    • Gerichte oefeningen, afgestemd op uw specifieke klacht. Het is belangrijk dat de oefeningen deel gaan uitmaken van uw dagelijkse bezigheden:
      • Bewustwordingsoefeningen van het bekken en de bekkenbodem, ook in dagelijkse situaties.
      • Leren aan- en ontspannen van de bekkenbodem en spieren rond het bekken, zodat deze in harmonie met elkaar kunnen samenwerken.
      • Verbeteren van de kracht en coördinatie van de bekkenbodemspieren.
    • Bekkenbodemspieren op een goede wijze leren gebruiken. Bijvoorbeeld hoe u bij een gespannen bekkenbodem deze spieren kunt ontspannen bij toiletbezoek of seksuele gemeenschap. U krijgt adviezen om onnodige druk op de bekkenbodem te verminderen.
    • Adviezen rondom verbeteren van plassen en ontlasten. Lees de folder Adviezen toiletgedrag ontlasten.
    • Adviezen over het eet- en drinkpatroon.
    • Verbeteren van spierkracht, stabilisatie van bekken en romp.
    • Ademhaling- en ontspanningsoefeningen.
    • Adviezen over het gebruik van hulpmiddelen; een bekkenband, een anale tampon bij ontlastingsverlies en een klaptampon bij urineverlies.
    • Adviezen over de uitvoering van activiteiten in het dagelijks leven.

    Bekkenfysiotherapie geeft vaak een betere uitgangspositie als een vervolgbehandeling, bijvoorbeeld een operatie, nodig is. Ook kan het zinvol zijn om na de operatie oefeningen en adviezen te krijgen.

  • 7.

    Aanvullende behandelingen (optioneel)

    Naast bovengenoemde behandelaspecten kan de bekkenfysiotherapeut ook kiezen voor myofeedbacktraining, rectale ballontraining, elektrostimulatie of myofasciale triggerpoint behandeling. Lees meer informatie over de aanvullende behandelingen.

Hoe komt u bij de bekkenfysiotherapeut?

  • De huisarts of medisch specialist verwijst u door naar de bekkenfysiotherapeut.
  • Van de huisarts krijgt u een verwijzing naar de bekkenbodempolikliniek van ZGT. Op deze bekkenbodempolikliniek werkt een multidisciplinair behandelteam. Lees meer informatie over de bekkenbodempolikliniek.
  • U neemt zelf contact op met de bekkenfysiotherapeut. De therapeut is namelijk vrij toegankelijk. Een verwijzing van de huisarts of medisch specialist is dus geen vereiste.

Vergoeding

Heeft u een aanvullende verzekering voor fysiotherapie? De zorgverzekeraar vergoedt de bekkenfysiotherapeutische behandeling. De behandeling van urineverlies wordt vergoed uit de basisverzekering. Bij sommige verzekeraars is daarvoor een verwijzing van een arts of specialist naar de bekkenfysiotherapeut nodig. Raadpleeg hiervoor uw polisvoorwaarden. Vergoedingen uit de basisverzekering maken wel aanspraak op uw eigen risico.