Verpleegkundigen lopen in de gang

Oncologiefysiotherapie

Oncologiefysiotherapie richt zich specifiek op het voorkomen en behandelen van stoornissen, beperkingen en participatieproblemen als gevolg van een oncologische aandoening. Deze problemen kunnen het gevolg zijn van de aandoening zelf of van de medische behandeling. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan:

  • Vermoeidheid
  • Pijn
  • Spanningsklachten
  • Fibrose
  • Huidveranderingen
  • Contracturen
  • Verminderde mobiliteit
  • Verstoorde lichaamsbeleving
  • Verminderde spierkracht
  • Conditieverlies
  • Ademhalingsproblemen

Daarnaast kunnen er problemen ontstaan in het uitvoeren van activiteiten in het dagelijks leven, werk en/of hobby’s.

Wanneer wordt oncologiefysiotherapie ingezet?

Oncologiefysiotherapie kan worden ingezet in alle fasen van de ziekte; de curatieve fase (gericht op herstel), de palliatieve fase en/of de terminale fase. In iedere fase richt de behandeling zich op de hulpvraag van de patiënt, met in ogenschouw nemen het fysiek, psychisch en sociaal welbevinden. De hieruit voortvloeiende behandeldoelen kunnen per fase verschillen, hetgeen een specifieke behandeling vereist door de oncologiefysiotherapeut. De patiënt dient op eigen wijze te leren omgaan met de veranderde situatie. De oncologiefysiotherapeut kan hierbij een ondersteunende rol vervullen dan wel als coach in dit proces functioneren.
Verwijzing naar de oncologiefysiotherapeut dient te gebeuren door de behandelend specialist, huisarts of oncologieverpleegkundige.