Bij de gastric bypass operatie wordt de maag in tweeën gedeeld. Het bovenste deel van de maag (2) wordt verbonden met het laatste deel van de dunne darm (4). Deze maagverkleining resulteert in een verminderde voedselinname. Het andere deel van de maag (3) en het aangrenzende eerste stuk van de dunne darm, de 12-vingerige darm (6), worden na de operatie ‘overgeslagen’ (ge’bypassed’); er wordt verderop met de dunne darm wel weer een verbinding gemaakt, zodat het maagsap, de gal en de alvleeskliersap uiteindelijk toch hun weg naar de rest van de darm kunnen vinden. Het voedsel wordt dus zo omgeleid dat deze belangrijke spijsverteringsstoffen er pas veel later dan normaal mee worden vermengd. Hierdoor zullen er minder voedingstoffen in de bloedbaan worden opgenomen. Er treedt ook een verandering van de spijsverteringshormonen op. De operatie is in beginsel niet omkeerbaar.

Zo werkt een gastric bypass operatie

Zo werkt een gastric bypass

  1. Slokdarm
  2. Nieuwe maag
  3. restmaag
  4. Dunne darm
  5. Sluitspier (pylorus)
  6. Twaalfvingerige darm (duodenum)

Mogelijk optredende klachten gastric bypass operatie

    • Risico op tekorten aan vitamine B12 ijzer, calcium, magnesium, zink en vetoplosbare vitamines (A, D, E, K).
    • Dumping syndroom (als calorierijke voeding (suikers, vetten of koolhydraten) te snel in de dunne darm terechtkomt ontstaat een dumping effect: in eerste instantie wordt vocht en bloed aangetrokken naar de darmen waardoor de bloeddruk in de hersenen daalt; u wordt slaperig en/of duizelig; in tweede instantie reageren allerlei hormonen, onder andere insuline, waardoor u hartkloppingen kunt krijgen, transpireert, en soms lage bloedsuikers kunnen optreden). Blijf in een dergelijke situatie kalm, ga rustig liggen, drink eventueel een glaasje water, het gaat vanzelf weer over. Ga na hoe de dumping heeft kunnen ontstaan. Heeft u hier vaker last van? Neem contact op met een van onze medewerkers.
    • Verandering ontlastingspatroon.