Verpleegkundigen in gesprek met patiënt

Behandeling van blaaskanker gebeurt in het oncologisch centrum van ZGT, door een multidisciplinair team van medisch specialisten. Dit team biedt u de best denkbare behandeling en zorg. Verfijnde technieken hebben de resultaten van de chirurgische therapie waarbij de gehele blaas wordt verwijderd (cystectomie) verbeterd. Recent wetenschappelijk onderzoek toont aan dat chemotherapie voorafgaand aan de operatie een gunstiger uitkomst geeft dan wanneer alleen de gehele blaas wordt verwijderd. ZGT past dit nieuwe behandelschema indien mogelijk toe in de praktijk.

In de gehele periode van onderzoek en behandeling van blaaskanker heeft u als patiënt een vast aanspreekpunt, de uro-oncologieverpleegkundige. Bij de uro-oncologieverpleegkundige kunt u terecht met allerlei vragen. Zij zorgt er voor dat deze worden beantwoord en staat u bij indien u dat wenst.

Aandoening

Blaaskanker is een relatief veelvoorkomende vorm van kanker met wereldwijd meer dan ca 300.000 nieuwe patiënten per jaar. In Nederland wordt jaarlijks bij ca. 5.000 mensen deze diagnose vastgesteld. Blaaskanker staat daarmee op plaats vier van de meest voorkomende tumorsoorten bij mannen. Bij vrouwen staat deze vorm van kanker op plaats acht.

Diagnose

Blaaskanker kan vastgesteld worden door radiologisch onderzoek, urineonderzoek en door in de blaas te kijken op de polikliniek urologie (cystoscopie).

  1. Voor het stellen van een diagnose wordt weefsel uit de blaas verwijderd, via de plasbuis. Dit heet trans-urethrale resectie (TUR). 
  2. Vervolgens onderzoeken we het weefsel onder de microscoop.
  3. Zo stellen we vast of het kwaadaardig is en of de blaaskanker in de diepere laag van de blaaswand is ingegroeid.  Een blaaspoliep is dus vrijwel altijd kanker.

Bij blaaskanker onderscheiden we twee varianten: niet- spierinvasieve en spierinvasieve blaaskanker. Onderscheid tussen niet-spierinvasieve en spierinvasieve blaaskanker is belangrijk omdat de behandeling wezenlijk verschilt. Daarnaast is de prognose van mensen met niet-spierinvasieve blaastumoren veel beter.

Niet- spierinvasief

We spreken van niet- spierinvasieve blaaskanker als de tumorgroei beperkt is tot het blaasslijmvlies (urotheel) of de bindweefsellaag en niet is ingegroeid in de daaronder gelegen spierlaag (detrusor). 

Spierinvasief

Als de tumor in de blaaswandspier is ingegroeid, is er sprake van een spierinvasieve blaaskanker. Omdat bij spierinvasieve blaastumoren de tumor al in de diepere lagen van de blaaswand is ingegroeid, wordt de kans groter dat er kankercellen losraken die zich vervolgens in het lichaam verspreiden. Bij invasieve blaaskanker wordt met een CT-scan onderzocht of er uitzaaiingen in de lymfeklieren of longen te zien zijn. Aanvullend onderzoek is nodig voor het opstellen van een goed behandelplan en voor het inschatten van de kans op een behandeling die gericht is op genezing.

Behandeltraject

Bij de behandeling van blaaskanker maakt men onderscheid tussen de niet-spierinvasieve en spierinvasieve vorm.

Behandeling niet- spierinvasieve blaaskanker

Bij niet spierinvasieve blaaskanker bestaat de behandeling uit het verwijderen van tumorweefsel. Wanneer er een hoog risico bestaat op terugkeer van de ziekte volgt een blaasspoeling. Deze spoeling vindt plaats door een katheter in de plasbuis te plaatsen waardoor een vloeistof met medicijnen (celdodend middel) in uw blaas terecht komt. Deze spoeling gebeurt binnen 24 uur na de operatie.

Het doel van deze blaasspoeling is het vernietigen van achtergebleven tumorcellen, waardoor het risico op een terugkeer van de tumor wordt verkleind. Een blaasspoeling vindt alleen plaats als de medisch specialist ervan overtuigd is dat er door de blaasspoeling géén extra kans is op complicaties, zoals bijvoorbeeld het doorbreken van de blaaswand (perforatie).

Afhankelijk van de kans op terugkeer van de blaastumor of verergering van de ziekte kan besloten worden tot een nabehandeling met een aantal blaasspoelingen.

Behandeling spierinvasieve blaaskanker

Omdat bij spierinvasieve blaaskanker de tumor al is ingegroeid in de diepere lagen van de blaaswand bestaat er kans op uitzaaiingen. In dat geval is na de TUR meer behandeling nodig. De behandeling kan bestaan uit een operatie, bestraling (uitwendig of inwendig), chemotherapie of een combinatie.

Tegenwoordig kan de uroloog u adviseren eerst te starten met een behandeling met chemotherapie, voorafgaand aan een operatie waarbij de gehele blaas wordt verwijderd (cystectomie). Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat in sommige situaties het geven van chemotherapie voor de operatie de overleving op langer termijn verbeterd. Dit is onder andere afhankelijk van het stadium van de blaaskanker en uw lichamelijke conditie. In het multidisciplinair behandelteam wordt besproken of u voor deze behandeling in aanmerking komt.

Multidisciplinair team

Bij de behandeling van spier-invasieve blaaskanker is er overleg binnen het multidisciplinaire uro-oncologieteam over de best mogelijke aanpak. Als alle onderzoeksgegevens bekend zijn wordt de situatie van iedere patiënt vanuit de verschillende medisch specialismen bekeken. Zo bieden we iedere patiënt de best mogelijke zorg. Het multidisciplinair uro-oncologieteam bestaat uit: urologen, radiologen, radiotherapeuten, internist-oncologen, pathologen, en uro-oncologieverpleegkundigen.

Behandelplan

De onderzoeksuitslagen en uw conditie bepalen het behandeladvies. Uw behandelend uroloog bespreekt samen met u de uitkomst van het overleg binnen het multidisciplinaire team. Samen met de uroloog stelt u vervolgens een behandelplan op voor de in uw situatie best mogelijke aanpak. Na het gesprek met de uroloog volgt een gesprek met de uro-oncologieverpleegkundige. Zij verzorgt de (schriftelijke) informatie die nodig is voor een goede voorbereiding van de behandeling. Zij beantwoordt al uw vragen en staat u bij indien u dat wenst.

Nazorg

Onze zorg stopt niet wanneer de behandeling is beëindigd. Uw gezondheid blijven wij periodiek volgen. Zodat wij, bij een veranderende situatie, snel kunnen inspelen. U kunt ook zelf te allen tijde onderwerpen die met u aandoening te maken hebben bespreken met uw uroloog of uro-oncologieverpleegkundige. Dit kunnen problemen zijn die u als gevolg van uw ziekte of behandeling ervaart.

Vragen naar aanleiding van de behandeling

Vragen op het gebied van incontinentie, seksualiteit, of pijn kunnen daarbij aan de orde komen. Problemen op psycho-sociaal gebied kunt u bespreken met de uro-oncologieverpleegkundige. De uro-oncologieverpleegkundige zal u zo nu en dan vragen een lastmeter in te vullen. De lastmeter is een vragenlijst die in kaart brengt of u klachten ervaart en op welk gebied deze klachten zich voordoen. Op basis van de uitkomst volgt een advies. Misschien zou ondersteuning door andere zorgverleners voor u prettig zijn. Hierbij kunt u denken aan een medisch maatschappelijk werker, geestelijke verzorger en/of een klinisch psycholoog, seksuoloog, fysiotherapeut.

Resultaten oncologisch centrum ZGT

De resultaten van de behandeling worden vastgelegd.

Klik op onderstaande afbeelding  en lees de feiten en cijfers over blaaskanker.

  Het oncologisch centrum ZGT participeert in nationaal en internationaal wetenschappelijk onderzoek op het gebied van diagnostiek en behandeling van blaaskanker. De resultaten hiervan leest u in het overzicht met wetenschappelijke publicaties.

Ziekenhuislocatie Almelo Urologie

  • Spreekuren

    De polikliniek is bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 8.30 - 12.00 uur en tussen 13.00 - 16.30 uur.

  • Bezoektijden

    Maandag t/m vrijdag: 11.00 - 12.00 uur en
    16.00 - 19.30 uur.
    Zaterdag en zondag: 11.00 - 19.30 uur.

Zilvermeeuw 1, 7609 PP Almelo

Bekijk op de kaart Plan uw route

Postbus 7600, 7600 SZ Almelo

Ziekenhuislocatie Hengelo Urologie

  • Spreekuren

    De polikliniek is bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 8.30 - 12.00 uur en tussen 13.00 - 16.30 uur.

Geerdinksweg 141, 7555 DL Hengelo

Bekijk op de kaart Plan uw route

Postbus 546, 7550 AM Hengelo