Verpleegkundigen in gesprek met patiënt

De diagnose longkanker treft in Nederland jaarlijks 10.000 mensen. Wanneer de verdenking op longkanker bestaat, dient er zo snel mogelijk een diagnose te komen. De longarts  zet onderzoek in om daarmee:

  • De soort tumor te bepalen

    De tumorsoort kan worden vastgesteld door de patholoog aan de hand van weefsel uit de tumor, dit wordt vervolgens bekeken onder de microscoop. Het weefselmateriaal kan op verschillende manieren verkregen worden. Via een  bronchoscopie, (röntgengeleide) punctie/biopsie, endobronchiale ultrasonografie (EBUS), endo-oesophageale ultrasonografie (EUS), mediastinoscopie of door middel van een kijkoperatie in de borstholte.
  • De omvang van de tumor vast te stellen
  • De eventuele uitbreiding in de omgevende weefselstructuren en op afstand te bepalen
    Uitbreiding wordt vastgesteld door stageringsonderzoek. Naast de grootte van de tumor (T-stadium) en de aangedane lymfeklieren (N-stadium) worden hierbij mogelijke metastasen (uitzaaiingen) op afstand (M-stadium) beoordeeld. Stageringsonderzoek vindt plaats aan de hand van de CT-scan en soms ook de PET-scan. Ook een skeletscintigrafie of MRI-scan kunnen hiervoor worden ingezet.  

 

Alle uitslagen van bovengenoemde onderzoeken worden besproken in een multidisciplinair longoncologie team. Dit team bestaat uit medisch specialisten uit verschillende vakgroepen (multidisciplinair) en long oncologie verpleegkundigen.

Stadium van longkanker

Op basis van het stageringsonderzoek, waarin de eventuele uitbreiding van de longkanker wordt vastgesteld, kunnen we bij longkanker onderscheid maken in:

  • Stadium IA en IB
  • Stadium IIA en IIB
  • Stadium IIIA en IIIB en IIIC
  • Stadium IVA en IVB

 

Het stadium van uw ziekte én uw lichamelijke conditie bepalen de keuze van uw behandeling.

 

Lees meer over de behandeling van niet-kleincellige longkanker, bekijk de pagina over kleincellige longkanker of over de behandeling van mesothelioom.