Verpleegkundigen lopen in de gang

Patiënt blijft in beeld na ingrijpende heupoperatie

Minder complicaties na een operatie en betere overleving van de patiënt. Dat is het mooie resultaat tien jaar na het opzetten van het Centrum voor Geriatrische Traumatologie. ZGT was daarmee het eerste Nederlandse ziekenhuis dat chirurgie en geriatrische zorg (zorg voor ouderen) beter op elkaar afstemde. Sinds die tijd is het centrum verder doorontwikkeld. Zo werd de verbinding gemaakt met verpleeghuizen en wordt een begin gemaakt met het op afstand volgen van patiënten.

In ZGT worden jaarlijks veel zeventigplussers geopereerd. Alleen al bij ruim 300 patiënten is jaarlijks een ingreep nodig in verband met een gebroken heup. De gemiddelde leeftijd ligt rond de tachtig. Het is een ingrijpende operatie voor een kwetsbare doelgroep, die vaak ook al veel medicijnen slikt voor andere aandoeningen. De helft van hen moet na de operatie (tijdelijk) naar een verpleeghuis, voor revalidatie. Gemiddeld duurt het zeker een jaar voor de patiënt er weer helemaal bovenop is. Dat geldt echter lang niet voor iedereen. Een kwart van hen overlijdt binnen een jaar.

In het Centrum voor Geriatrische Traumatologie werken traumachirurg, geriater, fysiotherapeut, verpleegkundige en verpleegkundig specialist nauw samen om de patiënt voor en na de ingreep zo goed mogelijk te helpen. “We willen de patiënt veilig door het ziekenhuis helpen”, legt Han Hegeman uit. Hij opereert als traumachirurg veel ouderen en stond aan de wieg van het centrum in ZGT.

“Daarom zijn we hiermee gestart, om deze kwetsbare groep de best mogelijke zorg te geven. Als specialisten letten we samen op risico’s die bij de leeftijd horen, voeding, mobiliteit etc. Maar we leveren ook maatwerk op onze speciaal ingerichte afdeling (4 zuid). Hier zijn speciale bedden voor ouderen, kunnen mensen samen eten, bewegen met bijvoorbeeld een fysiotherapeut en er is aandacht voor valpreventie, functiebehoud en uiteraard voor het voorkomen van complicaties.”

Hij vervolgt: “Toen dat eenmaal liep, gingen we intensiever samenwerken met de verzorgingstehuizen waar de patiënten vaak revalideren. In het project ‘Up en Go’ werkten we samen met de Universiteit Twente en de zorginstellingen CarintReggeland, ZorgAccent en TriviumMeulenbeltZorg. Doel van de samenwerking is om de zorg zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. En voor ons ook om een beter beeld te krijgen van wat er ná een opname gebeurt. Want dat zagen we eerder nauwelijks.”

Voor het bereiken van een optimaal zorgpad, met alle stappen uit de keten, wordt er veel onderzoek gedaan. Een voorbeeld is een onderzoek van de UT in samenwerking met zorginstellingen en ZGT naar monitoring van de patiënt op afstand. Een klein deel van de patiënten kan na de revalidatie naar huis. Een ander deel komt in het verpleeghuis terecht. Hoe het deze patiënten verder vergaat, werd tot nu toe alleen duidelijk uit tussentijdse gesprekken met de patiënt. Door nieuwe technieken wordt de patiënt nu gevolgd met behulp van een bewegingssensor op het bovenbeen, net boven de knie. Ook de hartslag, om de conditie van de patiënt in de gaten te houden, wordt gemeten met een speciaal horloge. De hele dag door wordt gemeten hoeveel er wordt bewogen. Eén keer in de week worden de gegevens uitgelezen. Zo ontstaat een goed beeld van het verloop van de revalidatie. “Zorgprofessionals van het ziekenhuis en het verpleeghuis delen informatie in een gezamenlijk dossier. Hierin kan de patiënt ook kijken. En mocht het nodig zijn, dan kan meteen worden ingegrepen.”

Deze inzet van mobiele technieken voor de monitoring, gedurende het hele revalidatietraject, is uniek in ons land. Er komen steeds meer van dergelijke centra in Nederland, naar het voorbeeld van ZGT. Hegeman is hier vaak bij betrokken in de vorm van bijvoorbeeld scholing. “Ik ben trots op wat er nu staat. Maar dat betekent niet dat we er zijn. We blijven doorontwikkelen om steeds meer ouderen in het herstel na deze breuken de beste zorg te geven.”

Annemarie Visschedijk werkt als unithoofd Acute Opname Afdeling in ZGT. Zij kwam vorig jaar met haar 88-jarige vader naar het Centrum voor Geriatrische Traumatologie.

 “Een half jaar voordat mijn vader zijn heup brak door een val, werd hij opgenomen in verband met uitdroging. Toen raakte hij in een delier, waardoor hij erg in de war raakte. Dus toen hij later een heup brak, waren we als familie heel bezorgd dat dit weer zou gebeuren. Maar eigenlijk vanaf het begin, al bij de spoedeisende hulp, werden we nauw betrokken bij alle te zetten stappen. Echt alles werd gedaan om mijn vader zo snel en goed mogelijk voor te bereiden op de ingreep. Ondanks dat het weekend was. Ik had het gevoel dat we het echt met elkaar deden.

Ook de geriater hield hem goed in de gaten en dacht mee om hem uit een delier te houden. Ons werd verteld dat hij na de operatie zo snel mogelijk weer terug moest naar zijn eigen vertrouwde omgeving in het verpleeghuis. Alleen zo zou de kans kleiner zijn dat hij heel verward zou raken. We mochten zelfs mee naar de operatiekamer. En na de operatie werden we gelijk gebeld om bij hem te kunnen zijn in de uitslaapkamer. Erg fijn. Bij het terugbrengen naar het verpleeghuis mochten we mee in de ambulance. Ook de afstemming met het verpleeghuis was goed. Zo wisten ze welke zorg hij nodig had. Alles ging zo voorspoedig, dat mijn vader inderdaad na een paar dagen, terug in zijn vertrouwde omgeving, zijn eerste stapjes weer zette. Waarbij hij zei: ‘Almelo: fantastisch’. Op dat moment was ik zó trots dat ik bij ZGT werk!”