Dialyseren kost veel energie doordat bepaalde voedingsstoffen uit het bloed verdwijnen. Ook kunnen mensen minder gaat eten omdat de eetlust minder is geworden. Een verminderde voedingstoestand is natuurlijk niet wenselijk; het kan mensen vatbaarder maken voor andere ziekten. Het kan het dialyseverloop ongunstig beïnvloeden en mensen voelen zich er ook minder prettig bij. Met alle dieetbeperkingen kan het lastig zijn om in een goede voedingstoestand te blijven. Daarom houden we dit goed in de gaten en proberen we om verslechtering ervan zoveel mogelijk te voorkomen. De diëtist begeleidt u hierin. 

Bij een nieraandoening zijn een aantal voedingsstoffen erg belangrijk:

  • Eiwit
  • Natrium
  • Kalium
  • Fosfaat
  • Water

Twee van deze voedingsstoffen leggen we graag nader aan u uit. Ook laten we u in een aantal video's zien wat een dieet bij nierschade, een natrium- en kaliumbeperkt dieet en een vochtbeperking bij nierschade precies inhouden.

Natrium

Natrium is een bestanddeel van keukenzout. Als de patiënt het advies krijgt minder zout te eten, bedoelen we dat zijn voeding minder natrium moet bevatten. Dit is een natriumbeperkt dieet. Natrium is een mineraal dat van nature in het lichaam voorkomt. Je kunt het niet missen want het speelt een belangrijke rol voor de hoeveelheid water in ons lichaam. Hoe meer natrium in ons lichaam komt, hoe meer vocht het lichaam bevat. Daarom krijgt men dorst als je zout hebt gegeten. Als de nieren minder goed of niet meer werken, blijft er veel natrium in het lichaam achter. Het lichaam bevat dan te veel vocht. Dit merkt de patiënt doordat het lichaam vocht vasthoudt, vooral in de enkels en rondom de ogen (oedeem). De patiënt kan ook een hoge bloeddruk krijgen. Een natriumbeperking van ongeveer 2000-2400 mg (= 5-6 gram keukenzout) is zinvol bij een hoge bloeddruk en maakt het makkelijker de vochtbeperking vol te houden. Veel zout eten geeft immers dorst!

In welke voedingsmiddelen komt natrium voor?

Natrium zit van nature in vrijwel alle voedingsmiddelen. Voedingsmiddelen die veel natrium bevatten zijn:

  • kant-en-klare sausen en soepen, kant-en-klare maaltijden, bouillonblokjes, ketjap, strooiaroma, vloeibare aroma, vleeswaren zoals rauwe ham en rookvlees, rookworst, hamburgers, kaas, haring, bokking, zoutjes, borrelnoten en snacks zoals bamiballen en frikadellen.

Kalium

Kalium komt in het lichaam voornamelijk voor in de (spier)cellen. Het speelt een belangrijke rol bij de prikkeloverdracht van de zenuwen. Verder is kalium net als natrium van belang voor de waterhuishouding van ons lichaam. Wanneer de nieren minder goed of niet meer werken, kan er te veel kalium in het lichaam achterblijven. Dit kan tot hartklachten en -problemen leiden, bijvoorbeeld stoornissen in het hartritme. Bij een veel te hoog kalium in het bloed bestaat er zelfs kans op een hartstilstand. Een laag kalium kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door buikgriep (braken en diarree) en kan meestal opgelost worden door het eten van kaliumrijke producten. Als dit niet voldoende helpt, dan is het mogelijk te dialyseren met extra kalium in het badwater.
Als het kaliumgehalte in het bloed te hoog is (boven de 5.5 mmol /l ) moet de hoeveelheid kalium in de voeding beperkt worden tot ongeveer 3000 mg per dag. De diëtist bekijkt samen met u wat een kaliumbeperking voor u betekent.

In welke voedingsmiddelen komt kalium voor?

Kalium komt vrijwel in alle voedingsmiddelen voor. De belangrijkste kaliumbronnen in de voeding zijn: aardappelen, groenten, fruit, vruchtensap, koffie, tomaat, melkproducten, cacao, noten, natriumarme producten en peulvruchten (zoals witte en bruine bonen en kapucijners). Er zit geen kalium in thee, rijst, deegwaren (macaroni en spaghetti) en frisdrank.

Ook de bereidingswijze speelt een belangrijke rol. Kalium is namelijk oplosbaar in water. Bij het koken van aardappelen en groenten in ruim water gaat ongeveer een derde van het kalium verloren.

Dieet bij nierschade

Natriumbeperkt dieet bij nierschade

Kaliumbeperkt dieet bij nierschade

Vochtbeperking bij nierschade