Verpleegkundigen lopen in de gang

ZGT stimuleert het geven van borstvoeding. Borstvoeding is de beste start voor uw kind. Het is een belangrijk en natuurlijk moment tussen moeder en kind. Voor het slagen van borstvoeding is een goede begeleiding van de moeder nodig, maar ook steun van haar partner en familie. Niet iedereen wil borstvoeding geven. Benoem gerust uw twijfels met ons en stel uw vragen zodat wij alle opties kunnen bespreken. Bij een klein deel van de vrouwen lukt het geven van borstvoeding niet ondanks goede begeleiding. Het is geen kwestie van falen als het niet lukt.

Waarom borstvoeding?

Borstvoeding is de meest natuurlijke en meest geschikte voeding. Moedermelk is uniek. Het voldoet precies aan de behoefte en is altijd op de juiste temperatuur. Kinderen die borstvoeding krijgen, krijgen de beschermende antistoffen, eiwitten en groeifactoren via de moedermelk. Moedermelk voor een te vroeg geboren baby is anders van samenstelling. Bij kinderen met een erfelijke aanleg voor allergische aandoeningen heeft moedermelk een beschermende werking.

Gezondheidseffecten voor de moeder

Het geven van borstvoeding zorgt ervoor dat de baarmoeder sneller samentrekt, zodat u minder lang bloed verliest na de geboorte. Geeft u minimaal zes maanden borstvoeding? Dan heeft u een verminderde kans op eierstokkanker, borstkanker en osteoporose (broze botten). 

Voeden met de fles

In de folder 'Kunstvoeding en voeden per fles' vindt u informatie over flesvoeding zowel in het ziekenhuis als thuis. In deze folder wordt uitleg gegeven over het voeden op verzoek.

Lactatiekundige

Als u vragen of problemen hebt met het geven van borstvoeding of afkolven van moedermelk kan de lactatiekundige u hulp bieden. Een lactatiekundige is een expert op het gebied van borstvoeding. De lactatiekundigen zijn in Almelo werkzaam. Klik hier voor de folder Borstvoeding, de beste start…(PDF).

Certificaat Zorg voor Borstvoeding

De WHO en UNICEF ontwikkelden Tien vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding. Alle instellingen voor moeder- en kindzorg dienen er zorg voor te dragen:

  1. Dat zij een borstvoedingsbeleid op papier hebben, dat standaard bekend wordt gemaakt aan alle betrokken medewerkers.
  2. Dat alle betrokken medewerkers de vaardigheden aanleren die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van dat beleid.
  3. Dat alle zwangere vrouwen worden voorgelicht over de voordelen en de praktijk van borstvoeding geven.
  4. Dat moeders hun baby direct na de geboorte bloot met huid-op-huidcontact bij zich krijgen voor minimaal een uur en dat vrouwen worden aangemoedigd de signalen dat de baby klaar is om aan de borst te gaan te benutten en hen daarbij zo nodig hulp aan te bieden.
  5. Dat aan vrouwen wordt uitgelegd hoe ze hun baby moeten aanleggen en hoe zij de melkproductie in stand kunnen houden, zelfs als de baby van de moeder moet worden gescheiden.
  6. Dat pasgeborenen geen andere voeding dan borstvoeding krijgen, noch extra vocht, tenzij op medische indicatie.
  7. Dat moeder en kind dag en nacht bij elkaar op een kamer mogen blijven.
  8. Dat borstvoeding op verzoek wordt nagestreefd.
  9. Dat aan pasgeborenen die borstvoeding krijgen geen speen of fopspeen wordt gegeven.
  10. Dat zij contacten onderhouden met andere instellingen en disciplines over de begeleiding van borstvoeding en dat zij de ouders verwijzen naar borstvoedingsorganisaties.

De criteria zijn door Zorg voor Borstvoeding (t.z.t. Baby Friendly Nederland) aangepast naar de 5 standaarden

ZGT heeft zijn voedingsbeleid hierop aangepast. De vijf standaarden zijn:

  1. Beleid, scholing, prenatale informatie en ketenzorg
  2. Begeleiding goede start
  3. Informatie en praktijk van voeden
  4. Bijvoeding en voeding voor het oudere kind
  5. Hechting en zeggenschap

Eind 2018 heeft de instelling Baby Friendly Nederland besloten te stoppen met de certificeringsactiviteiten. Dit heeft geen invloed op de werkwijze op de afdeling moeder en kind.