Verpleegkundigen lopen in de gang

Voor onderzoek naar de slaap is lichamelijk onderzoek nodig. Een slaapdagboek en verschillende screeningslijsten kunnen de resultaten van het lichamelijk onderzoek ondersteunen. Er zijn specifieke slaaponderzoeken die de medisch specialisten op het centrum voor slaapgeneeskunde uitvoeren. Hieronder vindt u daar een overzicht van:

EEG (Electro-encephalografie)

De meeste mensen kennen de EEG als ‘hersenfilmpje’. De hersenen spelen een belangrijke rol in de afwisseling tussen waken en slapen. De EEG meet de elektrische activiteit in de hersenen. Die activiteit wordt weergegeven in een lijn. Er is een verschil in hersenactiviteit als u wakker bent en als u slaapt. Deze hersenactiviteit wordt gemeten. We onderscheiden vier slaapfasen: de eerste en tweede fase gelden als een oppervlakkige slaap. De derde en vierde fase zijn van diepe slaap. Een EEG maakt al deze slaapfasen zichtbaar.

Polygrafie

Dit is een onderzoek waarbij meerdere lichaamsfuncties worden gemeten. Bijvoorbeeld de ademhaling bij slaapapneu (klik hier voor de webpagina over slaapapneu). Hierbij wordt het aantal ademstops per uur gemeten. De longarts doet dit onderzoek. In combinatie met de polygrafie ondergaan patiënten ook een spirometrie. Dat onderzoek meet het longvolume. Als de polygrafie niet genoeg resultaat oplevert, wordt alsnog een polysomnografie gedaan.

Polysomnografie

Polysomnografie is een onderzoek naar problemen tijdens de slaap. Er wordt gezocht naar de mogelijke oorzaken van stoornissen in uw slaappatroon. Bij dit onderzoek kijken we naar uw slaappatroon, ademhaling, hartritme en beenbewegingen. Voor dit onderzoek krijgt u apparatuur mee naar huis of het onderzoek vindt plaats in het ziekenhuis.

MSLT (Multiple Sleep Latency Test)

De MSLT volgt vaak op een polysomnografie. De patiënt wordt op één dag vier keer gevraagd te gaan slapen. Onderzoekers meten dan de gemiddelde inslaaptijd (slaaplatentietijd).

Actigrafie

Een actigrafieonderzoek stelt in één week een aantal slaapaspecten vast. Voorbeelden van slaapaspecten zijn de slaapduur, het moment van inslapen en wakker worden. Ook kunnen de onderzoekers letten op onderbrekingen van de slaap en/of bewegingen tijdens de slaap. Het onderzoek is eenvoudig en niet belastend voor de patiënt.

Slaapendoscopie (snurkscopie)

De snurkscopie is een onderzoek voor patiënten met snurkklachten. U wordt in slaap gebracht met een medicijn via het infuus. Met behulp van een flexibele scoop kan de KNO-arts bepalen waar precies de trillingen van het snurkgeluid vandaan komen. De KNO-arts licht een patiënt voorafgaand aan het onderzoek voor over de werkwijze van het onderzoek.

Melatoninebepaling in speeksel

Bij verdenking van stoornissen in het slaap-waakritme kunt u zelf uw melatonine meten (klik hier voor de webpagina over stoornissen in het slaap-waakritme). U krijgt een pakketje waarmee u of op een avond elk uur op een watje kauwt om zo speeksel te verzamelen. Of u krijgt een pakketje mee waar u over 24 uur elke twee uur op een watje kauwt. In het laboratorium kunnen laboranten vervolgens de melatonine in uw speeksel meten. Op deze manier kunnen de onderzoekers uw biologische klok bepalen. Zo kunnen ze zien of dat de oorzaak is van uw slaap-waakritmestoornis.

Bloed- en allergieonderzoeken

In sommige gevallen is het nodig om bloed- en allergietesten uit te voeren.

Ziekenhuislocatie Hengelo Centrum voor slaapgeneeskunde

  • Spreekuren

    De polikliniek is bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 8.30 - 12.30 en tussen 13.00 tot 16.30 uur.

  • Polikliniek 0.9

Geerdinksweg 141, 7555 DL Hengelo

Plan uw route

Postbus 546, 7550 AM Hengelo