Verpleegkundigen lopen in de gang

PSA staat voor Prostaat Specifiek Antigeen. Dit is een eiwit dat in de prostaat wordt gemaakt en zorgt voor vervloeiing van het zaad. Alhoewel het vroeger in eerste instantie was beschreven als een stof die specifiek is voor de prostaat blijkt het ook door andere organen te kunnen worden uitgescheiden, zoals door speeksel- en melkklieren. Deze klieren zorgen echter maar voor maximaal 1% van de gehele PSA-productie. De prostaat is dus met afstand het belangrijkste orgaan bij de PSA-productie. Er lekt van uit de prostaat een kleine hoeveelheid van dit eiwit in het bloed, zie onderstaande afbeelding. Deze hoeveelheid kan worden gemeten met een PSA-test.

opname PSA in bloedbaan

Naarmate je ouder wordt stijgt de PSA-waarde. Op het ogenblik houdt men de volgende normaalwaarden per leeftijdsgroep aan. Dit betekent dat deze waarden normaal zijn voor deze leeftijdsgroep. Helaas is dit een gemiddelde omdat er grote verschillen zijn tussen de gebruikte PSA-bepalingsmethoden.

Leeftijd Waarde

40-49     < 2,5

50-59     < 3,5

60-69     < 4,5

70-79     < 6,5

PSA-waarden die liggen tussen vier en tien noemt men het grijze gebied. Dat komt omdat de waarde niet alleen afhankelijk is van de leeftijd van de man, maar ook van de grootte van de prostaat op het moment van de meting. Waarden in het grijze gebied vormen wel degelijk een aanwijzing, maar beslist geen bewijs, voor het bestaan van prostaatkanker. In 75% van de gevallen is er dan géén prostaatkanker. Er bestaan bepaalde soorten agressieve prostaatkanker waarbij PSA-waarden voorkomen die duidelijk onder de vier liggen. Wel kan bij deze vormen van prostaatkanker de PSA-waarde een maat zijn voor de voortgang van het proces en voor een eventueel succes van de behandeling. Groeit de tumor, dan neemt het PSA-gehalte in het bloed toe. Slinkt de tumor, dan neemt de PSA-waarde in het bloed af.

Technische verdieping 

Het prostaat specifiek antigeen, is een glycoproteïne dat behoort tot de kallikreïne familie van proteases. 

Vrij en gebonden PSA

PSA komt op twee verschillende manieren voor in bloed: vrij PSA, dat is niet gebonden, en complex PSA, dat is cPSA, PSA gebonden aan een eiwit. In de aanvullende test wordt het vrij PSA gemeten en door de verhouding vrij en totaal te berekenen, kan beter voorspeld worden of er een verhoogd risico is op prostaatkanker. Is de verhouding verschoven naar minder vrij PSA dan is het risico op prostaatkanker verhoogd. Vaak wordt dan met behulp van echo of een biopsie de prostaat nader onderzocht. Meestal wordt in het laboratorium de totale hoeveelheid PSA gemeten, dus vrij PSA en cPSA samen. Wanneer de dokter voor het eerst een PSA-test aanvraagt, bedoelt diegene de hoeveelheid totaal PSA in het bloed.

Tumormarker

Een tumormarker of tumormerker is een bepaalde stof die in het bloed voorkomt bij kanker. Er zijn verschillende tumormarkers die bij verschillende soorten kanker in het bloed kunnen voorkomen. Sommige van deze stoffen komen slechts bij één bepaalde kankersoort voor, andere komen bij meerdere kankersoorten voor. Prostaat specifiek antigeen kan als marker gebruikt worden bij prostaatkanker. Omdat in gezonde mensen deze stoffen ook in kleine hoeveelheden voor kunnen komen, kunnen deze markers in de meeste gevallen niet gebruikt worden voor het opsporen van kanker. Er zijn simpelweg te veel gezonde mensen met verhoogde waardes van tumormarkers. De tumormarkers worden vooral gebruikt voor het volgen van de kanker bij een patiënt. Als voor én na de behandeling de tumormarker gemeten wordt, kan beoordeeld worden of de behandeling effect heeft of heeft gehad. De tumormarker zal na een succesvolle behandeling een lagere waarde hebben. Als langere tijd na behandeling de tumormarker weer begint te stijgen, is dat een aanwijzing dat de kanker terugkeert.