Verpleegkundigen lopen in de gang

  • >

    Diagnose

    De zaadbaltumor, vooral het non seminoom, is meestal een snelgroeiende tumor. Vroege diagnose en tijdige behandeling zijn daarom essentieel. De prognose is dan beter dan bij een kleinere tumor. Na verwijzing door uw huisarts of specialist kunt u binnen 24 uur terecht bij één van de urologen van ZGT.

    Onderzoeken

    Eerst wordt u lichamelijk onderzocht. Daarna volgt een echografie en een bloedonderzoek op tumormerkstoffen. Tumormerkstoffen zijn eiwitten die ín geval van zaadbalkanker en/of uitzaaiingen in verhoogde mate in het bloed aanwezig kunnen zijn.

    Als de echografie de diagnose zaadbalkanker bevestigt, krijgt u een CT-scan van de buik en de borstkas. Eventueel aanwezige uitzaaiingen worden dan opgespoord. Dit onderzoek vindt meestal plaats na de operatie.

    Operatie

    De operatie is nodig om door weefselonderzoek de definitieve diagnose zaadbalkanker vast te stellen. De operatie, waarbij de aangedane zaadbal wordt verwijderd (ook wel inguinale orchidectomie genoemd) kan soms al plaats vinden op de dag van uw eerste bezoek aan het ziekenhuis. Of de dag daarop volgend.

     

    Na het gesprek met de uroloog heeft u een gesprek met de oncologieverpleegkundige. Zij geeft u de informatie die nodig is voor een goede voorbereiding van de behandeling. Zij beantwoordt al uw vragen en staat u bij indien u dat wenst.

  • >

    Behandelplan

    Uw behandelend uroloog bespreekt de uitkomst van het team met u. Samen stelt u dan het verdere behandelplan op die voor uw situatie het beste is.

  • >

    Operatie

    De operatie waarbij de zaadbal met tumor wordt verwijderd is nodig om met zekerheid de diagnose zaadbalkanker vast te stellen. De operatie is het begin van de behandeling.

    De operatie is medisch gezien een betrekkelijk kleine ingreep. Voor u als patiënt kan het in emotioneel opzicht wel ingrijpend zijn. Het is niet mogelijk om maar een deel van de zaadbal te verwijderen. Het verwijderen van één zaadbal heeft geen gevolgen voor uw vruchtbaarheid. Chemotherapie daarentegen heeft wel invloed op de vruchtbaarheid. Als u een kinderwens heeft bespreek dit dan met uw uroloog of internist-oncoloog.

    Uitzaaiingen

    Op basis van het bloedonderzoek en beeldvormend onderzoek kunnen er aanwijzingen zijn voor uitgebreide uitzaaiingen. De uroloog bepaald dan samen met de internist-oncoloog of het beter is eerst een behandeling met chemotherapie in te zetten. De operatie wordt dan uitgesteld. 

     

    De volgende stap in uw behandeling na de operatie bespreekt de uroloog met u. De volgende stap kan afhangen van:

    • weefseltype (seminoom of non-seminoom)
    • de plaats van de uitzaaiingen
    • de grootte van eventuele uitzaaiingen
    • de waarde van de tumormerkstoffen in het bloed

     

    Voorbeelden van behandelingen:

    • een actief afwachtend beleid met een behandeling die niet eerder start dan bij het vaststellen van uitzaaiingen
    • radiotherapie
    • chemotherapie
    • zenuwsparende retroperitoneale lymfeklierdissectie

     

    Voor een behandeling met chemotherapie, radiotherapie en de zenuwsparende retroperitoneale lymfeklierdissectie verwijst de uroloog u naar het MST in Enschede.

  • >

    Nazorg

    Onze zorg stopt niet wanneer de behandeling is beëindigd. Wij kunnen u ondersteunen bij problemen die u heeft door de ziekte. Ook maakt ZGT gebruik van de lastmeter. 

    Uw gezondheid blijven wij periodiek volgen. Zo kunnen wij bij een veranderende situatie snel inspelen.Zolang de zaadbalkanker niet is uitgezaaid, vindt de nacontrole plaats door uroloog E. B. Cornel of uroloog G.J. Molijn. Als de ziekte is uitgezaaid , dan vindt de behandeling en nacontrole plaats in het MST in Enschede. 

     

    Problemen als gevolg van ziekte

    U kunt tijdens de nacontrole zelf te allen tijde onderwerpen die met u aandoening te maken hebben, bespreken met uw behandelend specialist of oncologieverpleegkundige. Dit kunnen problemen zijn die u als gevolg van uw ziekte of behandeling ervaart. Vragen op het gebied van seksualiteit kunnen daarbij aan de orde komen. Problemen op psychosociaal gebied kunt u bespreken met de oncologieverpleegkundige.

     

    Lastmeter

    De oncologieverpleegkundige vraagt u zo nu en dan ook een lastmeter in te vullen. De lastmeter is een vragenlijst die in kaart brengt of u klachten ervaart en op welk gebied deze klachten zich voordoen. Afhankelijk van de uitkomst kunt u advies krijgen voor ondersteuning. Door bijvoorbeeld andere zorgverleners zoals een medisch maatschappelijk werker, geestelijke verzorger en/of een klinisch psycholoog, seksuoloog of fysiotherapeut. De uroloog kan u ook doorverwijzen naar de revalidatiearts. Die bekijkt samen met u of u in aanmerking komt voor een oncologisch revalidatie programma. 

Lees verder